Mijn oudste zoon ging vorig jaar naar de middelbare school.
Een afstand van ruim 10 kilometer van huis. Op zoek naar een geschikte
tweewieler bezocht ik winkels en websites om uiteindelijk de keuze te laten
vallen op een “volledig uitgeruste robuuste herenfiets”. Alles er op en er aan.
Wat ontbrak was een kilometertellertje. Dat bleek een mooi verjaardagscadeautje
voor oma. Fiets gekocht, tellertje als verjaardagscadeau erbij en zoonlief
peddelt inmiddels dagelijks soepel door weer en wind richting zijn middelbare
school. Alhoewel soepel…
De “volledig uitgeruste robuuste herenfiets” blijkt
weliswaar best robuust, de uitrusting daarentegen is een aaneenschakeling van
teleurstellingen. De fiets van zoonlief is het afgelopen schooljaar regelmatig
teruggeweest naar de fietsenmaker voor reparaties en bijstellingen aan o.a.;
versnellingen (Shimano accelerated gear), licht voor (led-for life), lamp
achter (ultrabeam), kettingkast (carbon integrated), voorvork (ultimo
suspension), ketting (X5i superchain), handvatten (ergogrip), bagagedrager (cargo-plus),
handremmen (cantilever durable) en nog zo wat ‘dingetjes’ die niet helemaal
werkten zoals bedoeld. O ja, de kilometerteller (cyclo plus) van een gerenommeerd
merk bleek toch vaker een min te scoren dan de naam doet vermoeden. Na de
zoveelste ‘reset’, geeft de teller alleen de tijd nog maar aan.
Volledig uitgerust en robuust...
Wat is mij overkomen? Wat voor product heb ik gekocht? De
wens om voor mijn zoon een complete fiets aan te schaffen om de dagelijkse 20
fietskilometers zo comfortabel (en meetbaar!) mogelijk te maken heeft ervoor
gezorgd dat ik mij heb laten verleiden een product aan te schaffen dat in
functionaliteit lijkt te zijn doorgeschoten. Ik vroeg mijn zoon, na de zesde
‘servicebeurt’ (á € 62,50), wat hij eigenlijk écht nodig had om prettig naar
school te fietsen?! Het antwoord was even eenvoudig als verbluffend; “…een fiets die fietst pap”!
Als gids in het land van Verdraaide Organisaties besefte ik
mij direct dat ik me te weinig heb afgevraagd wat er werkelijk nodig is om
robuust van en naar school te fietsen en dat ik me heb laten verleiden tot de aanschaf
van het uitgebreide aanbod van allerlei overbodige extra’s. Ook heb ik mijn
zoon nooit gevraagd wat hij zelf eigenlijk wilde (verjaardagscadeaus zijn
immers een verrassing…).
En, in hoeverre zijn medewerkers nog in staat om zich ècht te verdiepen in wat hun klant of patiënt werkelijk wil of nodig heeft? Of zich de vraag stellen; Hoe sterk is de eenzame fietser die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind, zichzelf een weg baant…?
In het kader van “minder is meer” stel ik voor dat we onszelf zo af en toe de vraag stellen: Wanneer fietst onze fiets nog?
Minder is meer!
Is de “volledig uitgeruste robuuste herenfiets” niet een
metafoor voor organisaties? Zijn veel bedrijven niet de opgetuigde kerstbomen
die dreigen te bezwijken onder de overbodige tierelantijnen die allang niet
meer écht bijdragen aan de kernactiviteit van de onderneming?
En, in hoeverre zijn medewerkers nog in staat om zich ècht te verdiepen in wat hun klant of patiënt werkelijk wil of nodig heeft? Of zich de vraag stellen; Hoe sterk is de eenzame fietser die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind, zichzelf een weg baant…?
In het kader van “minder is meer” stel ik voor dat we onszelf zo af en toe de vraag stellen: Wanneer fietst onze fiets nog?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten